Voorjaar bij de aalscholvers

Het mag dan wel hartje winter zijn, de aalscholvers van het Korenmolengat hebben het voorjaar al in hun hoofd! Wanneer je langs het gebied loopt of fietst, hoor je van ver al de lage en diepe geluiden van de patserige aalscholvermannen galmen door de broedkolonie. Met hun grote kuiven en prachtkleed proberen deze macho’s indruk te maken op elkaar en op de dames. Veel van deze dames zitten al trouw op hun nest om de eerste eieren te beschermen tegen de kou van de winterse temperaturen. Ze zijn vroeg! Het lijkt er op dat de aalscholvers in ons land de laatste jaren steeds vroeger beginnen met broeden. Waar ze vroeger nog eind februari/begin maart de eerste eieren begonnen te leggen, piepen rond deze tijd nu al de eerste jongen om verse vis.

Nat pak!

De Rottemeren vormt een waar walhalla voor deze bijzondere watervogel! De vogels kunnen hier in alle rust broeden en slapen in het Korenmolengat. Overdag vliegen ze vaak richting de Eendragtspolder, Zevenhuizenplas en de Rotte, om hier te vissen. Wat de aalscholver uniek maakt, is dat hij helemaal geen waterdichte kleding heeft! Andere watervogels als futen, eenden en meerkoeten hebben vetklieren tussen de veren, waardoor bij het bovenkomen alle druppels meteen van de vogels afglijden. De aalscholver heeft dit niet, en krijgt een zeiknat pak! Dit is ook meteen de reden waarom je deze vogels vaak met open vleugels ziet wapperen op de oevers, hoogspanningsmasten en lantarenpalen. Ze moeten hun veren even drogen. Dit is overigens nog niet het enige gekke aan de bouw van de aalscholver. Ze hebben ook nog eens massieve botten! Dit is erg uniek, bijna alle vliegende vogels hebben namelijk holle botten om gewicht te besparen.                 Een nat pak en massieve botten, klinkt niet heel handig voor een vogel die behendig moet zijn in het water, toch?! Nou, er zit toch een voordeel aan! Doordat deze vogels zo zwaar zijn, kunnen ze over het algemeen een stuk dieper duiken dan futen en andere watervogels. Dit is best handig, ze kunnen hier namelijk bij vissen komen waar de rest het al lang heeft moeten afleggen.

Een slecht imago

Helaas hebben deze vissers in de loop van de eeuwen een slechte naam opgebouwd. Volgens vele zouden ze alle wateren leeg vissen, waardoor ze een concurrent voor de beroepsvissers zouden zijn. Hierdoor zijn de aalschovers in de 20e eeuw sterk bejaagd end dit bracht de soort aan rand van de afgrond. Het imago dat deze vogels met zich meedragen is echter complete onzin! Aalscholvers vangen vooral vissen die commercieel helemaal niet interessant zijn. Zo vangen ze bijvoorbeeld behoorlijke hoeveelheden brasem, wat juist bijdraagt aan het tegengaan van verstikkende algengroei. De brasem eet namelijk watervlooien die de algen in bedwang houden.

Mooiste kleding

Gelukkig kunnen we tegenwoordig weer rond de 20.000 broedparen aalscholvers vinden, verdeeld in broedkolonies over het hele land. In de kolonie in het Korenmolengat kunnen we over een maandje weer het geluid van de eerste, om verse vis jammerende, jongen verwachten. Momenteel lopen de vogels er op hun sierlijkst bij! Over hun kop hebben ze bijna zilveren veren, ze hebben een prachtige rode vlek bij hun snavel, een zwarte kuif en een witte vlek bij hun poten. Het is duidelijk, ze hallen alles uit de kast om elkaar te imponeren! Vanaf het fietspad het Korenmolengat is het leven in de aalscholverkolonie prachtig te volgen. Een absolute aanrader!

Bron: Jonathan Leeuwis, Staatsbosbeheer

Activiteiten
Kalender
Op de kaart
Bucketlist
Mijn account