Aan de oever van de Rotte

Het kinderlied 'Aan de oever van de Rotte', wie kent het niet? Het lied gaat over een kikvors aan de rivier de Rotte wiens vader is opgegeten door een ooievaar. Oorspronkelijk kwam dit lied uit een opera. 

 

Aan de oever van de Rotte

Aan de oever van de Rotte,
Tussen Delft en Overschie,
Zat een kikvors luid te wenen,
Met een zuig'ling op haar knie.
"Lieve kleine", sprak de oude,
"Zie je ginds die ooievaar?
't Is de moord'naar van je vader,
Hij vrat hem op met huid en haar."
"Potverdorie", sprak de kleine,
"Heeft die rotzak dat gedaan?
Als ik later groot en sterk ben,
Zal 'k 'm op z'n donder slaan."
Nauw'lijks sprak hij deze woorden,
Of daar kwam de ooievaar,
Greep de kleine bij zijn lurven,
En vrat hem op met huid en haar.
Aan de oever van de Rotte,
Tussen Delft en Overschie,
Zat een kikvors luid te wenen,
Zonder zuig'ling op haar knie.

Tussen Delft en Overschie?

Wat direct opvalt is dat de Rotte volgens de tekst van het lied tussen Delft en Overschie ligt. Merkwaardig, aangezien de Rotte Moerkappelle met het centrum van Rotterdam verbindt.

Meerdere versies

Er zijn meedere versies van het liedje gemaakt. Met name het woord zuigling en potverdorie verschillen is deze versies. 

De Belgen

In Vlaanderen (België) zingen ze deze variant van het lied:

Aan de oever van de Schelde,
Gans verscholen in het riet,
Zat een kleine jonge kikker,
Bij zijn moeder op haar knie.
"Ziet ge daar", zo sprak de moeder,
"Ziet ge daar die ooievaar?
't Is de moord'naar van je vader,
Hij vrat hem op met huid en haar."
"Potverdomme", zo sprak de kleine,
"Heeft die rotzak dat gedaan?
Als ik groot en sterk zal wezen,
Zal 'k 'm op z'n bakkes slaan."
Ge moet niet wachten, sprak de moeder
Ge moet niet wachten, kleine vriend:
Hij staat te slapen, potverdorie,
Geef hem rap wat hij verdient.
En de kleine, vol couragie,
Sprong tot bij de ooievaar
En hij klopt' hem op zijn bakkes
Maar de vogel wierd het gewaar
Vele jaren zijn verstreken,
En die kleine leeft niet meer,
Maar die ooievaar zijn bakkes,
Doet nog altijd even zeer.

Studenten

Ook studenten hebben het lied aangegrepen om er hun eigen variant van te maken:

Aan de oever van de Rotte,
Tussen Delft en Overschie,
Zat een Leidsche kip te wenen,
Met een zuigling op´r knie.
"Lieve kleine", sprak de moeder,
"Zie je daar die Delftenaar?
't zou je vader kunnen wezen,
Ik hou ze niet meer uit elkaar."
"Godverdomme", zei de kleine,
"Heeft die koning dat gedaan?
Als ik later groot en sterk ben,
Zal 'k in zijn schoenen staan."
Nu die kleine, groot geworden,
Zag opnieuw een Leidsche slet,
En je zult het niet geloven,
Hij lag die avond in haar bed.
De moraal van deze story,
Het moraal van dit refrein.
Ik zal nooit meer dronken worden,
Ik zal altijd dronken zijn.

Melodie Aan de oever van de Rotte

Er zijn twee melodieën waarop dit lied gezongen wordt:

  • de melodie van "Stenka Razin" (of "Volga, Volga mat' rodnaya" of "Iz-za ostrova na strezhen"), een Russisch volkslied 
    In 1883 – kort voor hij stierf – schreef van Dmitri Sadovnikov (1847-1883) een tekst op deze Russische volksmelodie. Dat lied werd in de jaren ’60 door het Osipov State Russian Folk Orchestra tijdens een toernee in Australië gespeeld en daar door Tom Springfield opgepikt en bewerkt. Hij schreef een passende tekst “The Carnival is over”. De door hem geproduceerde Australische versie werd door The Seekers in 1965 uitgebracht. Zij hadden er een wereldwijde hit. Via de wereldwijde hit ontstonden diverse locale varianten waaronde 'Aan de oever van de Rotte'.
  • de melodie van Oh My Darling, Clementine
    Dit is een lied uit 1884 gemaakt door Percy Montrose. Hij zou op zijn beurt zich hebben geïnspireerd op “Down by the river lived a maiden” uit 1863 van van H.S. Thompson. De Nederlandse variant van Aan de oever van de Rotte lijkt het meest geïnspireerd door deze melodie. De Belgische varianten meer op de Russische melodie.
Activiteiten
Kalender
Op de kaart
Bucketlist
Mijn account