Iedere twee weken schrijft Jan van den Noort een blog over de geschiedenis van Rotte en Dam. In 2020 is het 750 jaar geleden dat de Dam in de Rotte werd gelegd. Daar werden vrijwel meteen huizen op gebouwd en het gaat dus om niets minder dan de oorsprong van Rotte-r-dam. Rotte en Dam hebben een rijke historie. Het 750-jarig bestaan van Rotterdam is een mooie gelegenheid om een duik in die geschiedenis te nemen. Deze week schreef Jan over stad en Schie.
Stad en Schie
De dam in de Rotte (1270) markeert het ontstaan van de nederzetting Rotterdam. Maar daarmee was het nog geen stad, laat staan een belangrijke stad. Vergeleken met de buren stelde de nederzetting nog niet zoveel voor. Delft mocht zich immers in 1246 al stad noemen. Vlaardingen verkreeg dat recht in 1273 maar speelde al veel langer een rol van betekenis. En Schiedam, dat in 1275 tot stad werd verheven, had welbeschouwd veel meer potentie dan Rotterdam. Waar de Rotte eigenlijk alleen van plaatselijk betekenis was, stond Schiedam via de Schie in directe verbinding met een groot achterland: Delft, Leiden, Haarlem. Toch zou Rotterdam in vrij korte tijd zijn concurrenten voorbijstreven.
Hulp van hogerhand kwam daarbij goed van pas en de kans daarop nam aanzienlijk toe toen de gronden ten oosten van de Rotte aan graaf Floris V toevielen. Kort na de moord op Floris, 'der keerlen God' (1296) kreeg het graafschap de gronden ten westen van de Rotte in handen. Floris' zoon Jan was toen nog te jong om te regeren en Wolfert van Borselen, heer van Veere, maakte daar handig gebruik van door de voogdij over de jonge graaf op te eisen en daarmee de macht over het graafschap naar zich toe te trekken.
Hij keerde zich tegen Schiedam, verleende Rotterdam op 17 maart 1299 stadsrechten en maakte aanstalten om een kanaal te graven tussen de dam in Rotterdam en de Schie bij Overschie. Daarmee zou Rotterdam net zo'n goede achterlandverbinding hebben als Schiedam en kon de tol van die concurrent voortaan worden omzeild. De toekomst van Rotterdam zag er ineens veel rooskleuriger uit.
Afbeelding: Wolfert van Borselen te Delft uit het raam geworpen en gelyncht (1299, tekening Jan Luyken)
Rotterdamsche Schie
Maar helaas, Van Borselen trof hetzelfde lot als Floris. Ook hij werd gelyncht en Jan van Avesnes verzekerde zich van de macht in het graafschap. Amper een half jaar na de stadsrechtverlening van Rotterdam werd deze alweer ingetrokken. De aanleg van de Rotterdamsche Schie werd gestaakt en de gebieden rond de Rotte vielen weer uiteen.
Enkele decennia later stuurde graaf Willem III aan op hereniging en gaf het gebied ten oosten van de Rotte een grote mate van bestuurlijke zelfstandigheid (1328). Onder graaf Willem IV werden beide zijden van de Rotte herenigd. En toen Rotterdam diep in de buidel tastte, bleek Willem bereid om het plaatsje definitief, stadrechten te verlenen. Wij schrijven 1340. De graaf stemde ook in met het graven van een kanaal naar de Schie. Toen de aanleg van deze Rotterdamsche Schie werd afgerond, leek de buit binnen, maar daarbij was gerekend buiten de waard.
Afbeelding: De Rotterdamse Schie waar deze de stad binnenkomt (Stadsplattegrond Atlas Rotterdam door Balthasar Florisz van Berckenrode, 1626)
Delfts verzet
Het verzet kwam deze keer uit Delft. Het Hoogheemraadschap van Delfland klaagde over de wateroverlast die het nieuwe kanaal veroorzaakte en vond daarvoor gehoor bij de graaf. Rotterdam werd gedwongen om een dam in de Rotterdamsche Schie te leggen en voortaan alle schepen met lieren over die dam te trekken. Voor goed geld kon Rotterdam dat besluit weer terugdraaien, waarop Delft besloot om zelf een kanaal te graven: de Delfshavensche Schie. Rotterdam dacht nog een spaak in het wiel te kunnen steken door een brug over dat kanaal te leggen, maar dat werd van hogerhand verboden.
Precijsheyt en schaersheyt
Het kostte moeite om de Schie op diepte te houden, niet in het minst omdat Delft de verdiepingswerkzaamheden saboteerde en enkele dijken doorstak. De hoogste rechterlijke instantie, de Grote Raad van Mechelen, kwam eraan te pas om dat recht te zetten. Delft werd veroordeeld tot schadeloosstelling.
Afbeelding: Delftsche Schie (Anonieme foto, Collectie Topografisch Historische Atlas Delft, zj)
De concurrentie met Delft en Schiedam bleef fel, maar Rotterdam boekte de meeste vooruitgang. Schiedam zou te weinig investeren in zijn havens, terwijl Delfshaven door Delft werd kortgehouden. Of zoals landsadvocaat en raadspensionaris Johan van Oldenbarneveldt zou hebben gezegd: "...de precijsheyt van die van Delft en de schaersheyt van die van Schiedam hebben Rotterdam groot gemaeckt."
© tekst Jan van den Noort, Rotterdam 2020
Jan van den Noort
Als spreekbuis van Comité Rotte-Dam zet Jan van den Noort zich al vijfentwintig jaar in om meer aandacht te vragen voor de oorsprong van Rotterdam, op een dam in de Rotte. Door de inzet van het comité weten veel meer mensen nu waar die dam ligt: in de Hoogstraat tussen de Koopgoot en de bibliotheek. Het gaat om een meters dikke dam van 400 meter lang en 40 meter breed. Als je de Euromast plat legt, kan die er met gemak twee keer in. Maar als je dat niet weet dan kijk je er letterlijk overheen. Dit 750 jaar oude, allereerste Rotterdamse kunstwerk, krijgt in het jubileumjaar eindelijk de aandacht die het verdient. Het nieuwe kunstwerk van Ben Zegers is een fraaie eerste stap in de goede richting. Als het aan Comité Rotte-Dam ligt is het niet de laatste stap.